Scheiden en eigen woning ! Snap u het nog?
Datum: 10 maart 2023
Op 4 februari 2021 zette het Gerechtshof Den Bosch de standaardregels omtrent hypotheekrente aftrek bij scheiding op zijn kop in een baanbrekende uitspraak. Deze beslissing, die afwijkt van de traditionele interpretatie van de eigenwoningregeling, kan aanzienlijke financiële implicaties hebben voor gescheiden koppels in Nederland.
De man en de vrouw zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden, waarbij iedere gemeenschap van goederen is uitgesloten.
De woning is van de vrouw. De man en de vrouw zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheek.
De man en de vrouw gaan scheiden. In het jaar van scheiden trekt de man de volledige hypotheekrente af, enerzijds als aftrekbare hypotheekrente en anderzijds als onderhoudsverplichting.
De Belastingdienst is het hier niet mee eens. Zij zijn van mening dat de hypotheekrente niet kan worden afgetrokken als onderhoudsverplichting, omdat hier door de man en de vrouw geen afspraken over gemaakt zijn.
Het Hof Den Bosch denkt hier anders over. Zij achten het aannemelijk dat de hypotheekrente als onderhoudsverplichting werd voldaan. De man heeft een alimentatieberekening overlegd, waaruit blijkt dat er voor de man geen ruimte is voor het betalen van partneralimentatie omdat de man de volledige rente betaald. Het hof is tevens van mening dat er een ‘rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting” is omdat de man en de vrouw het hele jaar nog gehuwd waren.
Een bijzonder uitspraak, omdat dit haaks staat op de basisvoorwaarden van de eigenwoningregeling in de wet inkomstenbelasting. De zienswijze “schuld volgt het bezit” wordt in deze uitspraak van afgeweken. Daarnaast kan de vrouw in deze situatie geconfronteerd worden met een belastingaanslag. Dit leidt tot rechtsonzekerheid.
Als scheidingsbemiddelaar en cliënten ben je er gebaat bij dat er duidelijke regels zijn. Deze uitspraak draagt daar niet aan bij.
Het is aan de Belastingdienst of zijn in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Mogelijk dat er dan duidelijkheid gegeven kan worden voor de toekomstige situaties.
Gerechtshof Den Bosch, 4 februari 2021 ECLI:NL:GHSHE:2021:347