Indexatie alimentatie 2023
Datum: 25 november 2022
Het indexeringspercentage voor kinder- en partneralimentatie is voor 2023 vastgesteld op 3,4%.
Kinder- en partneralimentatie worden jaarlijks wettelijk geïndexeerd. Dit is wettelijk voor zowel kinder- als partneralimentatie geregeld in art. 1:402a BW. Met de indexering wordt beoogd om de kinder- en partneralimentatie mee te laten stijgen met de loonontwikkeling. Het percentage van de indexering is namelijk gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de CAO-lonen van het voorgaande jaar (het zogenaamde loonindexcijfer). De percentages worden in november vastgesteld door de minister van Veiligheid & Justitie. De indexering gaat in per 1 januari van het volgende jaar en de percentages worden gepubliceerd in de Staatscourant.
De verplichting om de alimentatie jaarlijks te indexeren volgt uit de wet op grond van art. 1:402a BW en geldt zowel voor kinder- als voor partneralimentatie. Het is daarbij niet relevant of de alimentatie in onderling overleg overeen is gekomen of is vastgesteld door de rechter. In de praktijk kan het ook voorkomen dat er geen afspraken zijn gemaakt over indexering. In dat geval is art. 1:402a BW onverkort van toepassing.
Art. 1:402a BW is van regelend recht. Dit betekent dat bij overeenkomst (of door de rechter) kan worden afgeweken van de wettelijke indexatie of de indexering kan worden uitgesloten. Voor kinderalimentatie is daarbij relevant dat de contractsvrijheid van ouders bij afspraken over kinderalimentatie wordt begrensd door de dwingendrechtelijke regel dat de kinderalimentatie ten minste moet voldoen aan de wettelijke maatstaven (zie Hoge Raad 1 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1689). In de praktijk is het daarom aan te bevelen om indexatie ten aanzien van kinderalimentatie niet uit te sluiten. Slechts in bijzondere omstandigheden kan het uitsluiten of matigen van indexering in een ouderschapsplan rechtsgeldig zijn. Bijvoorbeeld in de situatie dat ouders ten voordele van de kinderen zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven én als onderdeel van die afspraken indexering is uitgesloten. De kinderalimentatie dient dan op 1 januari van enig jaar, nadat de indexering achterwege is gelaten, nog steeds aan de wettelijke maatstaven te voldoen.
Dat de wettelijke indexering volgt uit de wet betekent niet dat de alimentatiebedragen automatisch worden verhoogd. De alimentatieplichtige zal het bedrag dat maandelijks wordt overgemaakt zelf moeten aanpassen. Wordt dit in de praktijk vergeten, bewust of onbewust, dan kan dit grote financiële risico’s tot gevolg hebben.
Alimentatie kan in de praktijk over een periode van 5 jaar worden teruggevorderd. Voor de periode langer dan vijf jaar geleden zal de wederpartij zich op verjaring beroepen. Ditzelfde geldt voor niet-betaalde indexering. Dit volgt uit artikel 3:307 lid 1 BW als het gaat om een alimentatieafspraak vastgelegd in een convenant. Indien de alimentatieplicht volgt uit een uitspraak van een rechter verjaart de vordering na 5 jaar op basis van artikel 3:324 lid 3 BW. Mocht er langer dan vijf jaren niet zijn geïndexeerd, dan speelt die periode ervoor wel een rol bij het bepalen van de hoogte van het terug te vorderen bedrag.